Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Exodus 30

Exodus

Index

Hoofdstuk 31

1

 

  Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 

 

 


2

 

  Zie, Ik heb met name geroepen Bezaleel, den zoon van Uri, den zoon van Hur,van den stam van Juda. 

 

 


3

 

  En Ik heb hem vervuld met den Geest Gods, met wijsheid, en met verstand, enmet wetenschap, namelijk in alle handwerk; 

 

 


4

 

  Om te bedenken vernuftigen arbeid; te werken in goud, en in zilver, en in koper, 

 

 


5

 

  En in kunstige steensnijding, om in te zetten, en in kunstige houtsnijding, om tewerken in alle handwerk. 

 

 


6

 

  En Ik, zie, Ik heb hem bijgevoegd Aholiab, den zoon van Ahisamach, van denstam van Dan; en in het hart van een iegelijk, die wijs van hart is, heb Ik wijsheidgegeven; en zij zullen maken al wat Ik u geboden heb. 

 

 


7

 

  Namelijk de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis, en hetverzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der tent; 

 

 


8

 

  En de tafel, met haar gereedschap; en den louteren kandelaar, met al zijngereedschap; en het reukaltaar; 

 

 


9

 

  Ook des brandoffers altaar, met al zijn gereedschap; en het wasvat met zijn voet; 

 

 


10

 

  En de ambtsklederen, en de heilige klederen van den priester Aaron, en deklederen van zijn zonen, om het priesterambt te bedienen; 

 

 


11

 

  Ook de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen voor het heiligdom;naar alles, wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken. 

 

 


12

 

  Verder sprak de HEERE tot Mozes, zeggende: 

 

 


13

 

  Gij nu, spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Gij zult evenwel mijn sabbattenonderhouden; want dit is een teken tussen Mij en tussen ulieden, bij uwgeslachten; opdat men wete, dat Ik de HEERE ben, Die u heilige. 

 

 


14

 

  Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is! Wie hem ontheiligt, zalzekerlijk gedood worden; want een ieder, die op denzelven enig werk doet, dieziel zal uitgeroeid worden uit het midden harer volken. 

 

 


15

 

  Zes dagen zal men het werk doen; doch op den zevenden dag is de sabbat derrust, een heiligheid des HEEREN! Wie op de sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijkgedood worden. 

 

 


16

 

  Dat dan de kinderen Israels de sabbat houden, de sabbat onderhoudende in hungeslachten, tot een eeuwig verbond. 

 

 


17

 

  Hij zal tussen Mij en tussen de kinderen Israels een teken in eeuwigheid zijn;dewijl de HEERE, in zes dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op denzevenden dag gerust en Zich verkwikt heeft. 

 

 


18

 

  En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg Sinai te spreken geeindigdhad, de twee tafelen der getuigenis, tafelen van steen, beschreven met den vingerGods.  

 

 


Exodus 32

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: